Je eigen blok maken
Op deze pagina, ga je eenblok maken dat ervoor
zorgt
dat het programma wat meer op een gesprek lijkt. Dit ga je doen door zinnen als "Ik hoorde het," "Wat
maakt dat uit!" of "Hee, raad eens" toe te voegen, in plaats van altijd "Oh, maar."
- Open het H1L2-Kletspraat-project.
- Maak een blok.
De instructies staan hieronder.
Een Nieuw Blok Maken
- Klik op in het Variabelenpalet (of
ctrl-klik/klik met rechtermuisknop), op een lege plek in het werkblad
en kies 'maak een blok...'.
- Kies Lijsten, met de kleur rood.
- Typ in de tekstbox de titel van je blok: kletsantwoord.
- Selecteer de vorm: Opdracht - Functie - Predicaat.
Kies voor dit blok de ovale functie-vorm, want je wilt dat het blok een waarde (het
antwoord) rapporteert naar een ander blok. Klik op OK.
- Het blok
is nu toegevoegd links onderaan je lijst van variabelen.
Blokbouw-beginselen
- In Snap! heeft elk blok een kleurcategorie, ook wel bekend als het
palet. Grijs ('Overig') is de standaard.
- Let op: Bewegen en Waarnemen zijn donker-
en lichtblauw, het verschil is subtiel.
- Een blok heeft een type (te herkennen aan de vorm van het blok), een naam,
en een script dat het gedrag definieert.
Het script van het blok bouwen
- Sleep de blokken die je nodig hebt naar het script-werkblad. Voor dit blok, gebruik je
en uit het Variabelen-palet.
- Klik de blokken aan elkaar. De structuur van de code lijkt op
wie
, doet_wat
,
en wie2
.
- Vul alle invoeren in.
- Klik op het pijltje naar beneden in
item
om voor dit project '1' te
veranderen in willekeurig.
- Vul dan de
lijst
met zinnen.
- Klik OK wanneer je tevreden bent.
Wissel wie er achter het toetsenbord zit.
- Functie/rapporteur. Blokken met een ovale vorm, zoals
noemt Snap! een rapporteur. In veel andere programmeertalen wordt dit een functie genoemd.
- Procedure/commando. Blokken met de vorm van een puzzelstukje, zoals noemt Snap! een commando. In andere programmeertalen wordt
dit een procedure genoemd.
Programmeertalen zijn hier niet heel consistent in. Sommigen noemen beide functie en anderen
noemen beide procedure. En wiskundigen gebruiken het woord 'functie' op een net andere manier dan
programmeurs. Maak je geen zorgen als je tijdens wiskunde iets anders hoort, dan wat je hier leest.
Debugging
- Test je speciaal gemaakte
kletsantwoord
blok door er meerdere keren
op te klikken. Het zou zich zoals de wie
, doet_wat
en
wie2
blokken moeten gedragen.
- Debug alle problemen voordat je verder gaat.
- Gebruik je nieuwe blok. Pas
kletspraat2
aan, en voeg
kletsantwoord
in op de plaats van de tekst "Oh, maar...."
- Test en debug
kletspraat2
ook.
- Test het hele programma door meerdere keren op script D te klikken en los alle bugs op die je tegenkomt.
- Vergeet niet je werk te bewaren.
Bewerk kletspraat
en kletspraat2
zodat soms dingen gezegd
worden als "Hanna en Olivia", gebruikmakend van twee namen in de lijsten wie
of
wie2
.
- Je kunt code gebruiken zoals
om iets alleen af en toe te doen. Verander de 7 in een andere
getal om de waarschijnlijkheid aan te passen.
- Als je programma twee namen gebruikt, dan moet je werkwoord in het meervoud staan. Het is
immers "Hanna en Olivia lopen" en niet "Hanna en Olivia" loopt". Je kunt daarom twee versies
maken van
doet _wat
of je kunt een werkwoord dat doet_wat
rapporteert plus een paar regels gebruiken om het werkwoord zo in het meervoud te zetten.
- Een voorbeeld van zo'n regel zou kunnen zijn: "Als het woord eindigt op x verander het dan in zz" om
er een meervoudig werkwoord van te maken.
Stapje verder - een uitdaging
Deze paarse 'Een Stapje Verder'-secties bevatten moeilijkere opgaven die niet verplicht zijn voor deze
les. Als je vroeg klaar bent met alle andere opdrachten op de pagina, probeer dan eerst deze sectie door te werken,
voordat je naar de volgende pagina gaat.